Mohammed, de koran en het drankverbod

Islamitische straffen voor drinken en gokken

James M. Arlandson

Niet eerder dan 1978 veroordeelde Saoedi-Arabië negen Britten tot zweepslagen voor het drinken van alcohol. Deze webpagina heeft een foto van hoe de politie de straf uitvoerde.

In 2001, Iraanse ambtenaren veroordeelden drie mannen tot zweepslagen niet alleen voor verboden seks (zie koran 24:2); zij werden ook gegeseld voor het drinken van alcohol.

In 2003 werd in Saoedi-Arabië, een Australiër veroordeeld om te worden gegeseld en werd in hechtenis genomen voor het smokkelen van alcohol.

In 2004 adviseerde het Canadees Islamitisch Congres het verbannen van alcohol van universiteitscampussen.

In 2005 veroordeelde een Iraanse rechter een andere drinker tot 80 zweepslagen. Gelukkig werd de straf vervangen tot één zweepslag met 80 twijgen aan elkaar vastgebonden, dus de rechter veranderde zijn straf tot deze ene slag in plaats van 80 verschillende zweepslagen.

In 2005 in Nigeria gebood een sjaria hof dat een drinker 80 keer geslagen moet worden met een riet.

In 2005, in de Indonesische provincie van Aceh, vijftien mannen werden geslagen met een riet voor de moskee voor gokken. Dit werd publiekelijk gedaan zodat allen konden zien en vrezen. Elf anderen werden gepland om dezelfde straf te ondergaan.

Waarom leggen rechters en imams dergelijke ernstige straffen op voor het drinken van alcohol en gokken?

Het antwoord wordt eerst in de koran gevonden en ten tweede in de hadieth. Latere wetsregelingen leggen ook de bron van deze straf uit.

Dit artikel onderzoekt de gezichtspunten van de islam en het christendom ten aanzien van drinken en gokken.

Islam

Islam legt lijfstraffen op op drinkers en gokkers. Is dit het beste beleid om hen te helpen?

De koran

Sayyid Abul A’La Maududi (d. 1979) was een Indo-Pakistani die een theocratie probeerde te vestigen in Pakistan via de Jamaat-i Islami partij, maar hij slaagde niet in zijn politieke ambities. Niettemin is hij hoog gerespecteerd commentator op de koran (The Meaning of the Qur’an), representerend traditionele islam.

Sayyid Qutb was een Egyptische radicaal, ijverig schrijver en inspirator van verschillende moderne djihadistische bewegingen vandaag. Hij werd veroordeeld in 1966 voor het proberen om de Egyptische regering omver te werpen. Hij schreef een gewaardeerd en soms inzicht gevend uit meerdere delen bestaand commentaar op de koran, In the Shade of the Qur’an.

We laten deze twee hoog gekwalificeerde en vrome moslims voor hun eigen religie en de koran spreken in deze sectie. We onderzoeken ook de historische en letterlijke contexten van de koranpassages om helderheid te verkrijgen en om de standaard, wederkerende “uit de context”-verdediging van moslimapologeten te voorkomen.

Eerste drankverbod (min of meer): ja en nee

Maududi zegt dat het meeste van soera 2 openbaard werd kort na Mohammeds hidjra (Emigratie van Mekka naar Medina) in 622 na Christus. Het volgende vers in soera 2 toont Mohammed die gedeeltelijk of verwarrend het drinken en gokken op dat moment toestond of veroordeelde (Maududi, vol. 1, p. 161, noot 235).

2:219 Zij vragen jou [de Profeet] over de wijn en het kansspel. Zeg: “In beide is grote zonde en nut voor de mensen, maar de zonde in beide is groter dan hun nut.” En zij vragen jou wat zij aan bijdragen moeten geven. Zeg: “Wat jullie kunnen missen.” (Siregar)

Op geen enkele wijze is dit vers een helder en oncompromitterend edict over de twee persoonlijke praktijken van het drinken van alcohol en gokken. (Islam leert dat alle sterke drank crimineel is; zie Boechari, Dranken, vol. 7, no’s 5579-5589; Moeslim no. 7186.) Het lijkt tegenstrijdig om de twee daden als voornamelijk zondig te noemen en gedeeltelijk nuttig. Geargumenteerd kan worden dat alcohol zondig is in zijn moraliteit, maar nuttig in zijn gezondheid voor het lichaam (dat wil zeggen het helpen van de spijsvertering). Echter, Allah zal het later geheel veroordelen, dus het is ofwel moreel zondig ongeacht het jaar van de moslimkalender, of het is dat niet.

Tweede drankverbod: alleen tijdens gebed

Volgens het historische bewijs en de inhoud van soera 4 zegt Maududi dat de soera geopenbaard werd tussen 625 en 627 na Christus, omdat verschillende verzen verschillende gebeurtenissen aangeven. Bijvoorbeeld, de verzen 1-28 spreken van de slag van Oehoed in 625 na Christus. Vers 102 geeft een militaire expeditie aan in 626 na Christus gedurende welke Mohammed zijn moslims leerde bidden terwijl zij uit op campagne waren. Vers 43 vond plaats tijdens een andere militaire expeditie in 627 na Christus toen hij zijn heilige militaire strijders leerde hoe wassingen te verrichten met puur stof als water niet beschikbaar was.

Maududi speculeert dat de het doelvers 43 kwam bij het chronologische begin van de hele soera en daarom vroeg in 625 na Christus omdat veel moslims bedwelmd verschenen voor publieke gebeden “en blunders maakten in hun recitatie’s” van koranpassages. Dus moest Mohammed het probleem corrigeren. Echter, sommige hadiethpassages zeggen dat sommige moslimstrijders bedwelmd verschenen op de slag van Oehoed en stierven, maar dit was voordat Allah het verboden had, dus werden zij niet verantwoordelijk gehouden (soera 5:93; zie Boechari, Onderdrukkingen, vol. 3, no 2463; Djihaad, vol. 4, no. 2815; Commentaar, vol. 6, no’s. 4618, 4620).

Ongeachte het precieze tijdskader, voor ons doel alles dat we moeten weten is dat soera 4 geopenbaard werd tussen soera 2 (zie hierboven) en soera 5 (zie hieronder). Dus, Allah’s “eeuwige” openbaringen over de moraliteit van het drinken van alcohol veranderen conform externe omstandigheden.

4:43 O jullie die geloven, nadert niet de shalât terwijl jullie dronken zijn, totdat jullie weten wat jullie zeggen... (Siregar)

Omdat de moslims dronken verschenen voor het publieke gebed, “veranderden zij de tijden van hun drinken om niet te botsen met de tijden van hun gebeden,” zegt Maududi (vol. 1, p. 337, noot 65). Dus Mohammed verbood dronkenschap alleen tijdens gebeden. Dit betekent dat moslims toegestaan werd om wat alcohol te drinken tussen de gebedstijden in, ondanks dat het aantal gebeden de dronkenschap zou beperken. Echter, dit betekent verder dat na het nachtgebed, het laatste gebed, moslims zelfs dronken konden worden. Hoe werden de vroege moslims verondersteld dit op te lossen? Was alcoholisme zo slecht in de moslimgemeenschap dat Mohammed hen moest vertellen weg te blijven van gebeden, maar niet om alcohol te verbieden? Het is één ding als hij hen vertelde om voor het gebed niet dronken te verschijnen, en daarna hen mild drinken zonder dronkenschap toe te staan. (Bovendien, de bijbel maakt onderscheid tussen mild gebruik van alcohol en dronkenschap, zoals we hieronder zullen zien.) Maar hij zei al in soera 2:219 dat sterke drank zonde in zich heeft. Ook zal soera 5:90-91 sterke drank geheel verbieden. Het is nogal vreemd dat in deze verwarde stand van zaken, Mohammed op dat moment niet geheel en onvoorwaardelijk het drinken verbood, toen de moslimgemeenschap het het meest nodig had. Koranopenbaring ten aanzien van deze zaak valt tekort. Hoe is dit leiding?

Het verbieden van alcohol (en gokken) is een religieus voorschrift, dus we moeten niet te veel hierover harrewarren. De echte zaak is hoe Mohammed en zijn vroege metgezellen met dronkenschap afrekenden– excessief, zoals de secties over de hadieth en klassieke wetsregels ons tonen.

Derde drankverbod: finaal en absoluut

Maududi zegt dat soera 5 geopenbaard werd in 628 of 629 na Christus, dus het is een late soera (Mohammed stierf aan koorts in 632 na Christus.) Het legt regels vast voor een groeiende gemeenschap na het verdrag van Hoedaibia in 628 na Christus waarin moslims een jaar later een vrije en ongestoorde pelgrimage naar Mekka werd beloofd, die ook plaats vond. Dus het was belangrijk voor moslims om zichzelf voor te bereiden en alle sterke drank op te geven. Daarom kwamen deze twee verzen van Allah naar beneden:

5:90 O, jullie die geloven! Voorwaar, de wijn en het gokken en de afgodsbeelden en pijlen om te verloten zijn slechts onreinheden die tot het werk van de Satan behoren, vermijdt deze (zaken) dus. Hopelijk zullen jullie welslagen! 91. Voorwaar, de Satan wil alleen maar vijandschap en haat onder jullie veroorzaken met behulp van wijn en gokken en door jullie af te houden van het gedenken van Allah en de shalât: houdt ermee op! (Siregar)

Toegegeven moet worden dat deze verzen in zekere mate ondersteund worden door gezond verstand. Een kleine gemeenschap die drinkt en gokt tussen gebedstijden zou waarschijnlijk lijden aan “vijandschap” en “haat” onder elkaar. Dit zou gebeuren in iedere kleine gemeenschap zij het dat die joods, christelijk, boeddhistisch, hindoeïstisch, seculier of noem maar op is. Dus vers 91 is een accurate beschrijving. Echter, een tekortkoming is in de koran geslopen omdat deze beschrijving niet eerder in de tien jaar dat Mohammed in Medina woonde (622-632 na Christus) kon worden ontdekt, in het bijzonder toen de moslims dronken verschenen voor gebed en strijd.

De beste uitlegger en verdediger van de geleidelijke openbaring in de zaak van drinken en gokken is Sayyid Qutb, die het probleem in vier gebieden verdeelt in zijn commentaar op -soera’s 2:229, 4:43 en 5:90-91 in zijn volumen 1, 3 en 4 respectievelijk: het theologische, het sociale, het psychologische en het historische. Voor elk gebied schrijft hij een ogenschijnlijke plausibele uitleg voor de geleidelijke openbaring, maar ieder schiet te kort en weerspreekt de anderen.

Allereerst, wat betreft de theologische wijsheid gevonden in de koran, zegt Qutb dat “in zaken van vertrouwen of abstract geloof, islam specifieke en definitieve uitspraken geeft” (vol. 1, p. 332). Hij geeft het voorbeeld van de islamitische regel over Gods eenheid , die vanaf het begin was bepaald, “zonder enige aarzeling of ruimte voor compromis” (p. 332). Dit is belangrijk omdat hij het theologische contrasteert met het sociale en het psychologische, die een geleidelijke benadering behoeven als mensen moeten veranderen.

Als antwoord, de historische werkelijkheid achter de woorden in soera 5:90-91 weerspreken Qutb’s lezing van de menselijke natuur. In deze midden of laat Medinese soera moest Allah de moslims eraan herinneren niet toe te geven aan afgoden (Qutb’s vertaling van vers 90). Dit kan alleen betekenen dat enkele moslims in afgodenpraktijken betrokken waren toen dit vers naar beneden werd gezonden. Doch volgens Qutb moesten de eenheid van Allah en de slechtheden van polytheïsme eerst zonder compromis geboden worden. Iets is hier verkeerd. Dit toont aan dat menselijke natuur langzaam is om goddelijke geboden te gehoorzamen zelfs in abstracte zaken zoals de eenheid van Allah – in het bijzonder in abstracte zaken. Vervolgens, hoeveel meer zijn gewone mensen traag om praktische geboden tegen drinken en gokken te gehoorzamen, die “goed ingesleten sociale gewoonten” (vol. 1, p. 332) zijn? Daarom lezen zij in de progressieve openbaringen van Allah en zijn profeet en in Qutb’s verdediging van hen, de menselijke natuur verkeerd, die stevige geboden van het begin af aan nodig heeft, zoals Mozes laat zien, die van de berg Sinaï afdaalde, omgeven door rook en vuur, zichtbaar voor alle oude Hebreeën.

Qutb’s tweede en derde verdediging van deze drie progressieve koranopenbaringen analyseren de sociale en de psychologische aspecten. Hij zegt, bijvoorbeeld: “... wanneer het zaken van traditie of complexe sociale praktijken betreft, neemt de islam een pragmatischer en gematigde benadering aan, de grond voorbereidend voor vloeiender aanname en implementatie” (vol. 1, p. 332). Hij bespreekt vervolgens Zweden en de VS, die hun problemen hadden met alcohol. Zweden moest het inperken door regeringsovername. De VS nam een amendement op de Constitutie in 1919 aan dat alcohol geheel verbood. Echter, de zwarte markt ontstond opeens, dus de toestroom van alcohol werd nooit helemaal afgesloten. Dit toont, volgens Qutb, aan dat deze bedwelmer diepgeworteld is in de maatschappij en in de menselijke geest en dat Amerikaanse wet te snel ging, waar islam geleidelijk gaat zoals gezien wordt in het Eerste en het Derde drankverbod (vol. 3, pp. 151-152; vergelijk vol. 4, pp. 243-246; zie Boechari, Deugden van de koran, vol. 6, no. 4993).

Daarom, zo gaat Qutb’s redenering, is de manier van islam beter dan zowel de religieuze of de seculiere manier in het Westen.

Voordat we deze dubieuze tweede en derde verdediging analyseren, informeert Qutb ons dat de historische resultaten (zijn vierde uitleg) van de islamitische weg van droogleggin miraculeus waren. “Islam, aan de andere kant, was in staat om deze goed ingesleten gewoonte uit te roeien, door slechts enkele koranverzen in te zetten” (vol. 2, p. 152). Zijn woorden “aan de andere kant” betekent in tegenstelling tot Zweden en de VS.

Ook, toen de finale openbaring naar beneden kwam in soera 5:90-91, doet Qutb verslag over de miraculeuze resultaten:

Alle moslims stopten met drinken. Op het moment dat het gebod werd gegeven, werden alle wijnvaten in heel Medina geleegd en gebroken. In feite, degenen die aan het drinken waren slikten niet wat in hun monden was toen zij geïnformeerd werden over het drankverbod . Het was, dus, een grote triomf voor de koran en zijn benadering. (vol. 3, p. 155).

Qutb schrijft verder: “Hoe gebeurde dit allemaal? Hoe werd dit wonder, ongeëvenaard in de menselijke geschiedenis, bereikt?” (vol. 3. p. 155; vergelijk vol. 4, pp. 247-50; zie Boechari, Verkoop, volume 3, boek 34, nummer 297 en nummer 429, Onderdrukkingen, volume 3, boek 43, nummer 644; Dranken, volume 7, boek 69).

Dus, de geschiedenis toont aan dat de koranbenadering richting menselijke zwakte veel beter is dan westerse (lees: christelijke) antwoorden.

Het antwoord op Qutb’s utopische beschrijving is niet moeilijk. Deze laatste drie verdedigingen (de sociale, psychologische en historische) van de progressieve openbaringen van de koran worden tegengesproken door de naakte feiten. Het kan waar zijn dat sommige moslims onmiddellijk stopten te drinken nadat soera 5:90-91 naar beneden was gestuurd (hoewel deze verslagen overdreven en tegenstrijdig lijken ), maar alle moslims? Inderdaad, de hadieth en latere klassieke wetsregels (de volgende twee secties) laten zien dat de gevolgen niet altijd en exclusief positief waren. Mohammed moest alcohol drinkers geselen, en zo deed de eerste generaties van moslims, dat is, de metgezellen van Mohammed, zoals Aboe Bakr, Oemar en Ali. Latere juristen volgden toen hun voorbeeld en vaardigden de straf uit van het geselen van dronkaard, zelfs lichte sociale drinkers. Dus, de islam volgt uiteindelijk de-minder-dan-ideale gevolgen in de VS tijdens het drankverbod.

Daarom overdrijft Qutb de resultaten met zijn gepraat over miraculeuze gehoorzaamheid op het moment dat soera 5:90-91 aangekondigd werd in de moskee in Medina. Opvallender, hij leest de menselijke natuur verkeerd. Maar waarom moeten we hem te hard beschuldigen als de oorspronkelijke moslims, inclusief Mohammed, de menselijke natuur ook verkeerd lezen, zoals we zullen zien bij zijn lijfstraffen voor alcoholici of sociale drinkers, in de hadieth en klassieke wetsregels.

Maar Qutb’s ideale overtuigingen die los staan van harde feiten zijn ook onjuist volgens de koran en andere historische werkelijkheden. Qutb’s “wijze” heilige boek bepaalt grof en vlug de wet in één vers over diefstal: een mannelijke of vrouwelijke dief moet hun handen afgehakt worden als hij of zij een object of een bepaald geldbedrag steelt (soera 5:38). Waar is de geleidelijke benadering in deze ernstige bestraffing? Als enig straf een afgemeten ritme behoeft waarover Qutb bij drinken en gokken pocht, is het in dit geval vanwege zijn onomkeerbaarheid. Het is waar dat meer mensen drinken dan stelen, maar dat beschrijft alleen een sociaal feit.

Naast het sociologische verdeelt Qutb ook het onderwerp in het theologische, het psychologische en het historische. Hoe kan het dat Allah in alleen één openbaring weet dat diefstal verkeerd is, waar hij dit niet lijkt te weten over drinken en gokken? Inderdaad, aan het einde van Qutb’s analyse van de drie verzen in drie verschillen volumes, trekt hij zich terug in het “mysterie van Allah” waarom de godheid alcohol voor een tijdje toeliet: “God moet een goede reden hebben om het een poosje toe te laten” (vol. 4, p. 252). Dus, moslims moeten dit niet betwijfelen of een antwoord proberen te zoeken. Deze terugtrekking laat verwarring zien. Verder, hoe interpreteert deze niet-geleidelijke openbaring over diefstal accuraat menselijke psychologie? Niet dus.

Wat betreft de andere historische overzichten die Qutb betrekt, hij mist het feit dat islam een expansionistische religie is, en de geschiedenis laat zien dat het uit Arabië marcheert met legers op de achtergrond of op de voorgrond. Waar het ook ging, het legde de sjaria (islamitische wet) op op de nieuw veroverde gebieden omdat het zogenaamd het beste voor de mensheid en de wil van Allah uitdrukt. Hoe is deze verovering en oplegging van de wet ten aanzien van drinken en gokken een afgemeten benadering voor de nieuw veroverden die zich tot de islam bekeerden? Zelfs als een rechter de schuldige een tweede kans moest geven voordat hij de straf oplegde, is het drankverbod nog in de koran. Daarom kan een andere rechter geen genade tonen. Bovendien, dhimmies of Mensen van het Boek (joden en christenen) die behandeld werden als tweedeklas burgers mogen vrijgesteld worden van islamitische wet in deze zaak, afhankelijk van de regio. Dus waarom begonnen zij te drinken te gokken? Ongeacht dat, moslims geloven zeker niet dat bekeerlingen tot de islam zondeloze volmaaktheid onmiddellijk bereiken. Doch de wet tegen drinken en gokken, wordt hen niet in fasen opgelegd; het is al in de koran, en zij worden verondersteld het in de finale vorm te gehoorzamen. In feite, de hadieth en de klassieke wetsregels (de volgende twee secties) geven aan dat islamitische maatschappijen moesten afrekenen (en moeten omgaan) met deze problemen, zoals westerse maatschappijen deden (en doen). De links in de inleiding tot dit artikel geven dit aan. Zo is de menselijke natuur overal. De koran is richting hun psyche of maatschappij voor hen niet “gevoelig” en “zacht”, zoals Qutb onjuist ons wil laten geloven.

In het kort, Qutb kijkt te veel feiten over het hoofd, daarom slaagt zijn verdediging van progressieve openbaringen er niet in door het onderwerp te verdelen in de vier gebieden van de theologie, de sociologie, de psychologie en de geschiedenis om er een goede zaak van te maak. De koran en zijn goddelijke inspirator lezen de menselijke natuur verkeerd, en zo doet zijn commentator, Qutb.

Egypte was Qutb’s thuisland. Hier is een webpage die een Egyptisch casino in Cairo adverteert. Deze pagina ook, met een goed gevulde bar. Deze pagina vertelt buitenlanders waar te gaan voor bars en kroegen. Hoewel deze plaatsen bedoeld zijn voor buitenlanders, vermijden alle Egyptische moslims deze gelegenheden? Zoals we zullen zien in de sectie “Klassieke wetsregels,” hieronder, werd het drinken van alcohol tijdens Oemars regering (een metgezel van Mohammed “excessief.”

Om deze sectie te besluiten, de koran neemt de lange route in de zanderige woestijn om uit vaardigen dat sterke drank en gokken zonde zijn. Soera 4:43 lijkt te betekenen dat een moslim toegestaan is om dronken te worden, maar niet tijdens de afgedwongen gebedstijden. Dit betekent dat nadat hij zijn laatste gebeden in de avond heeft verricht, hij een container van alcohol kan openen. Qutb argumenteert dat dit de wijsheid van zijn heilige boek aantoont omdat het geleidelijk de goddelijke wet op weerspannige mensen oplegt, maar hij faalt erin om de historische werkelijkheid in te sluiten, en hij leest de menselijke psychologie en maatschappij verkeerd. Theologisch gezien, plaatst deze geleidelijke, veranderende openbaring de godheid die de koran inspireerde in een moeilijke positie. Hij leest de menselijke natuur ook verkeerd. Wat zegt dit over Mohammeds capaciteit om de rechtgeleide te zijn? Het is beter om de wet onmiddellijk te institueren zodat mensen weten waar zij aan toe zijn. Het moet niet in de lucht zweven, mensen verwarren. Echter, gezegd moet worden dat soera 5:90-91 sterk naar beneden kwam, hoewel laat, wat betreft twee potentiële ondeugden, en waar veel christenen mee in zouden stemmen.

Maar niemand met een nuchtere geest zou het eens zijn met de islamitische straffen voor alcoholisme en gokken, zoals die in de hadieth en klassieke wetsregels gevonden worden.

De hadieth

De hadieth zijn de verslagen van Mohammeds woorden en daden buiten de koran. De drie meest betrouwbare hadiethverzamelaars en redacteurs zijn Boechari ( … 870), Moeslim ( … 875) en Aboe Dawoed ( … 875). De koran en de hadieth zijn de fundamenten voor latere wetsregelingen. Deze sectie bespreekt eerst het drinken en daarna het gokken.

Uitspraken over sterke drank worden gevonden in de hele hadieth. Bijvoorbeeld, Mohammed kondigde het drankverbod in de moskee af, vermoedelijk soera 5:90-91, of wellicht alle drie koranpassages op verschillende tijden (Boechari, Gebeden, volume 1, boek 8, nummer 449; Verkoop, volume 3, boek 34, nummer 297; Commentaar op de koran, volume 6, boek 60, nummer 62-64:

Ook, Ali, Mohammeds neef, vertelt een hadieth die hem toont om Fatima, Mohammeds dochter bij zijn eerste vrouw Chadiedja, te trouwen. Hamza, Mohammeds oom, was dronken, en een zingend meisje moedigde hem aan om achter Ali’s twee vette merrie kamelen aan te gaan. Hamza sneed hun twee bulten af en hun flanken open. Ali vertelde Mohammed, en de profeet vermaande zijn oom. Maar op het moment Mohammed zich realiseerde dat “Hamza dronken was, trok hij zich terug, liep achteruit, ging weg en we lieten hem achter met hem” (Boechari, Militaire expedities, vol. 5, no. 4003). Mohammed veranderde van mening. Ali en Fatima trouwden ongeveer twee jaar na de hidjra, dus verordende Mohammeds in soera 2:219 dat sterke drank zondig/ nuttig was op dat moment? Omdat hij ongewillig dit vers tegen zijn oom lijkt af te dwingen, kan het zijn geopenbaard na deze pijnlijke episode. Of misschien was Allah’s openbaring in soera 2:219 te onhelder om dit hard te interpreteren, als het geopenbaard was voor dit schaamtevolle gedrag van een moslimheld.

Deze en andere anekdotes zijn alle op zichzelf interessant, maar wij richten ons in plaats daarvan op de straffen voor dronkenschap en gokken, hoewel de hadieth en latere klassieke regelingen niet veel te zeggen hebben over gokken zoals zij dat doen over dronkenschap.

Boechari’s hadiethverzameling zegt dat in het slaan van een dronkaard, palmbladenstaken en schoenen kunnen worden gebruikt Maar Aboe Bakr, een nauwe metgezel van Mohammed, gebruikt een andere toepassing, de zweep.

Verteld door Anas bin Malik:

De Profeet sloeg een dronkaard met palmbladstaken en schoenen. En Aboe Bakr gaf (een dergelijke zondaar) veertig slagen. (Boechari, Straffen, volume 8, boek 81, nummer 767)

Aboe Bakr gebruikt een zweep. De woorden “een dergelijke zondaar” zijn niet origineel in het Arabisch, maar zijn voorzien door de vertaler Muhammad Muhsin Khan en zijn team. Niettemin straft islam de alcoholicus onjuist als een crimineel, zelfs een lichte drinker die niet dronken wordt (dit is mogelijk).

Deze arme “crimineel” werd tot Mohammed gebracht die boos werd:

De Profeet vond het moeilijk (was boos) en gebood allen die aanwezig waren in het huis, om hem [de dronkaard] te slaan. En zij sloegen hem, gebruikend de palmstaken en schoenen, en ik was ook één van hen die hem sloeg. (Boechari, Straffen, volume 8, boek 81, nummer 765-767)

Dus, we zien geen aanbod van hulp voor de alcoholicus, wanneer hij voor Mohammed wordt gesleept. Latere tradities zeggen dat Mohammed wonderen kon verrichten – hoewel de koran nooit een wonder naast het bestaan van de koran zelf noemt, wat een zwak criterium is. Waarom kon geen miraculeuze transformatie plaatsvinden voor deze en andere dronkaards? Waarom bood hij geen rehabilitatie aan? Waarom lijkt hij altijd onmiddellijk naar lijfstraffen te grijpen?

Vervolgens zegt deze passage dat Oemar het aantal zweepslagen verhoogde van veertig naar tachtig als de dronkaard zich misdraagt en niet gehoorzaamt. Na Aboe Bakr gebruikt Oemar niet langer noodinstrumenten zoals schoenen en klederen, maar een zweep.

Verteld door As-Sa’ib bin Yazid:

We waren gewoon de dronkaards met onze handen, schoenen, kleren (door het te verdraaien in de vorm van zwepen) te slaan tijdens het leven van de Profeet, Aboe Bakr [regeerde 632-634] en het eerste deel van ‘Oemars kalifaat [regeerde 634-644]. Maar tijdens de laatste periode van ‘Oetmaans kalifaat [regeerde 644-656], was hij gewoon om de dronkaard veertig zweepslagen te geven , en toen dronkaards ongehoorzaam werden en zich misdroegen, was hij gewoon om hen tachtig zweepslagen te geselen. (Boechari, volume 8, boek 81, nummer 770)

Soms spreekt de hadieth zichzelf tegen. De bovenstaande mist het feit dat Aboe Bakr een zweep gebruikte (zie no. 6776, hierboven).

Moeslim is de tweede hadiethverzamelaar en redacteur besproken in onze analyse.

In de sectie getiteld “Voorgeschreven straf voor het (drinken van) wijn,” begint hij met de profeet en Aboe Bakr die een dronkaard veertig keer met twee zweepkoorden slaan:

Anas b. Malik deed verslag dat een persoon die wijn gedronken had naar Allah’s Apostel werd gebracht. Hij [Mohammed] gaf hem veertig stroken met twee zweepslagen. Aboe Bakr deed dat ook, maar toen Oemar de verantwoordelijkheden van het kalifaat op zich nam, raadpleegde hij mensen en Abd al-Rahman zei: De mildste straf (voor drinken) is tachtig (stroken) en ‘Oemar schreef hun deze straf voor. (Moeslim, boek 17, nummer 4226)

Het is gemakkelijk om zien hoe de tradities in Boechari iets overlappen met die in Moeslim. Het lijkt dat Mohammed niet alleen handen, schoenen of opgewonden kleren wil gebruiken, maar een speciaal koord of zweep. Zie Moeslim no. 4228, die meer parallel loopt met Boechari, nog concluderend dat tachtig slagen een aanvaardbare straf is.

Tenslotte, Aboe Dawoed is de derde hadiethverzamelaar en redacteur.

Hij is het met Boechari en Moeslim eens, dus we behoeven niet zijn tradities hier te herhalen. Echter, hij verslaat het decreet dat als een dronkaard zijn misdaad vier keer herhaalt, Allah hem de “uitscheiding van wonden vloeiend uit de inwoners van de hel” in het hiernamaals zal laten drinken (no. 3673). Hij zegt ook dat als een man sterft die aan de drank verslaafd is, hij geen wijn in de islamitische hemel zal proeven (no. 3671; vergelijk Boechari, Drinken, vol. 7, no. 5575). Islamitische hemelse wijn beïnvloedt niet het hoofd met dronkenschap, dus blijkbaar mist de aardse dronkaard een grote hemelse traktatie. Zou hij zijn aardse geneugten op willen geven voor een hemels gewin? Het is veel beter dan helse pus te drinken.

Echter, Aboe Dawoed heeft de vroegere moslims die de straf verhogen tot het uiterste niveau:

De Profeet zei: Als zij (de mensen) wijn drinken, sla hen met de zweep, als zij het opnieuw drinken, gesel hen. Als zij het opnieuw drinken, dood hen. (no. 4467; vergelijk no’s 4468-4470)

De vertaler van Aboe Dawoed geeft een voetnoot die zegt dat deze uiterste straf geabrogeerd werd door een traditionele, opgeschreven door Tirmidhi (d. 892), een student van Boechari, vermoedelijk in een passage zoals de volgende van Tirmidhi:

Djabir deed verslag van de Profeet zeggend: “Sla iemand die wijn drinkt, en als hij het een vierde keer doet dood hem.” Hij zei dat nadat een man vier keer wijn gedronken had naar de Profeet werd gebracht en hij hem sloeg, maar hij doodde hem niet.(Miskhat al-Masabih, vol. 1, Straffen, Hoofdstuk 4, p. 771.)

Geeft deze tekst permissie voor de doodstraf of niet? De woorden zeggen ja, maar het voorbeeld zegt nee. Aboe Dawoed geeft vier passages die de doodstraf toestaan (4467-4470); echter, no. 4470 zegt in één bijzin dat “de straf van het doden (voor drinken) ingetrokken was.” Zoals we zagen in de drie stadia van koranopenbaringen , wat zegt deze verandering in de hadieth over Mohammeds capaciteit om de rechtgeleide te zijn? Moet een majeure religie zelfs “flirten” met de doodstraf voor de zonde van vier keer wijn drinken? Iedere nuchtere waarnemer, wiens geest niet dronken is van een leven van toewijding aan de islam, moet nee antwoorden.

Volgens Aboe Dawoeds verslag is sterke drank verboden zelfs in kleine hoeveelheden:

Verteld door Djabir ibn Abdoellah: De Profeet zei: Als een grote hoeveelheid van iets dronkenschap veroorzaakt, is een kleine hoeveelheid ervan verboden. (Boek 26, Nummer 3673)

Dit redeneren, kan accuraat zijn voor een alcoholicus die geen enkele druppel mag aanraken als hij nuchter moet blijven. Maar extreme gevallen maken slecht beleid voor de rest van de mensheid. Als een beetje wijn wordt genoten, bijvoorbeeld, tijdens een maaltijd, en helemaal niet de drinker dronken maakt (dit is mogelijk), dan wordt de zonde van dronkenschap niet gepleegd. We zullen in de volgende sectie zien dat sommige islamitische juristen het onderscheid maken tussen het innemen van een klein beetje gegiste dranken en dronkenschap. Maar in het algemeen neemt de islam dingen in extremen, in het bijzonder wat betreft het straffen van mensen. Dus waarom moeten we verbaasd zijn als islam zelf een druppel gegiste dranken verbiedt? Dit extreem is zijn eigen versie van heiligheid. Echter, we behoeven hierover niet te harrewarren, wanneer het grotere probleem in islam is, hoe het de drinkers bestraft – excessief, wat nooit juist is.

Voordat we deze sectie verlaten, moeten we gokken noemen, wat de hadieth, vergeleken met dronkenschap niet in detail behandeld. Zelfs niet de conservatieve geleerde Maududi, die de islamitische wet goed kende, geeft ons hadiethpassages of latere wetsregels over gokken.

We moeten nauwgezet de woorden in deze hadieth geredigeerd door Boechari opmerken:

… degene die zegt tot zijn metgezellen: ‘Kom laat mij gokken’ met u, moet iets geven in liefdadigheid (als een boetedoening voor een dergelijke zonde).(Goede Manieren, volume 8, Boek 73, nummer 128; vergelijk Beloften, volume 8, boek 78, nummer 645:; Toestemming vragen, volume 8, boek 74, nummer 314:, dat zegt: “Kom laten we gokken!”)

Zoals we zullen zien, merkt een latere jurist op dat iemand vereist is om liefdadigheid te geven om voor zijn zonden te boeten, zelfs voor het uiten van de woorden: “Kom laat ik (laten wij) gokken!” Wat als hij en zijn vrienden werkelijk betrokken zijn in gokken?

Moeslim herhaalt Boechari’s hadieth (no. 4041), en Abdoel Hamid Siddiqi, de vertaler van Moeslim, voegt deze voetnoot toe, in de context van een man die zweert bij de twee Arabische goden Laat en Oezza en zijn vrienden vertelt met hem te gokken. Hij moet op de volgende manier berouw tonen:

[Hij] moet Sadaqa [liefdadigheidgift] geven om zo het verkeerde door hem gedaan goed te maken. Volgens Imam Aboe Hanifa [een groot jurist; zie de volgende sectie], is het noodzakelijk om zijn zonde te verzoenen zoals het bepaald wordt in de sjaria door tien armen te voeden, of tien behoeftige personen te kleden of om drie keer te vasten. De andere juristen zijn van mening dat Sadaqa genoeg is, ongeacht hoe groot het is. (noot 2087)

Eén van de tekortkomingen in de islam is dat een moslim voor zijn eigen zonden moet betalen. Waar eindigt dit? Hoe kan hij gegarandeerd worden om naar de hemel te gaan? Door een reis naar Mekka te maken? Wat betreft alle moslims die hiertoe niet in staat zijn, in het bijzonder voordat er modern transport was? In het christendom, daarentegen, betaalt Jezus voor de zonden van zijn volgelingen door zijn dood aan het kruis. Alles dat zij moeten doen is te geloven in hem, en dan zijn zij op hun weg naar de hemel. Echter, het is één ding om materiele restitutie voor je zonden te geven , zeg, in het geval van diefstal (restitutie is goed), maar het is nogal iets anders om voor je zonden te “boeten” door eigen inspanning om je toegang tot de hemel te verzekeren.

Niettemin moeten we niet te hard klagen over deze praktijk van het geven van liefdadigheid voor enkel het suggereren van gokken, naast het daadwerkelijke doen. Liefdadigheid is veel beter dan lijfstraffen, door veertig of tachtig zweepslagen te ondergaan. Maar is de gokker geheel uitgesloten van een pak slaag? De volgende sectie antwoordt deze vraag.

Deze sectie samenvattend, Mohammed en zijn metgezellen in de hadieth bestraffen wijndrinkers met veertig tot tachtig zweepslagen. In het begin werden handen, schoenen, of opgewonden kleren gebruikt, maar deze werden snel vervangen door een zweep – en wellicht een zweep die tegelijkertijd gebruikt werd met handen, schoenen of kleren, niettemin lijken zwepen of rietstengels de keus van vandaag te zijn. Vervolgens, Mohammed verordende zelfs dat als de dronkaard de koran vier keer of meer overtrad, hij gedood moest worden. Gelukkig voor de wijndrinkers in die dagen (en die van vandaag), werd dit decreet herroepen. De verandering van de doodstraf voor alcoholici naar zweepslagen trekt Mohammeds wijsheid en capaciteit om de rechtgeleide te zijn in twijfel. Tenslotte, de hadieth geeft geen details, hoe het gokken te bestraffen. Het zegt dat de gokker voor hun zonden moeten boeten door te geven aan liefdadigheid, voor louter het suggereren dat hij en zijn vrienden kansspelen zouden spelen, nogal apart van deze werkelijk te spelen. Hoe moet hij gestraft worden als hij werkelijk deze zonde pleegt? De islam is hier niet helder over. Met als gevolg dat de wetsregels evenzo dun gezaaid en onhelder zullen zijn.

Klassieke wetsregelingen

Sjaria is de islamitische wet geworteld in de koran en de hadieth; fiqh betekent de wetenschap van het interpreteren en het toepassen van deze wet, gedaan door gekwalificeerde islamitische rechters en wetgeleerden. Gedurende de eerste twee eeuwen na Mohammeds dood in 632 na Christus ontstonden vier hoofd Soennischolen van fiqh, geleid door de geleerden: Malik ( … 795), die in Medina, Arabië woonde; Aboe Hanifa ( … 767), die in Koefa, Irak woonde; Shafi ( … 820), die grotendeels in Mekka, Arabië woonde, maar die in Cairo, Egypte begraven was; en Ibn Hanbal ( … 855) die in Bagdad, Irak woonde. Zij baseren hun wetsmeningen en regels op de koran en de hadieth. We onderzoeken de meningen van sommige van deze scholen in wetboeken en handleidingen die eerdere meningen samenvatten.

Een dun wetboek uit de Middeleeuwen, A Sunni Shafi Law Code (vertaald door: Anwar Ahmed Qadri, Lahore: Sh. Muhammad Ashraf, 1984), zegt het volgende:

Als een persoon wijn of enig andere bedwelmende drank drinkt, is de hoedd [wettige straf] veertig zweepslagen, en het is wettig dat door middel van tazir of discretionaire straf, om het tot tachtig zweepslagen te brengen. De hoedd wordt verplicht voor de dronkaard, door twee oorzaken: als bewezen door getuigen [vertalers opmerking: door bewijs van één man en één vrouw en door alleen twee vrouwen getuigen…] of door opbiechting (p. 119).

Dus, deze regel stemt overeen met de hadieth: veertig zweepslagen. Het is zelfs vandaag onthullend over vrouwenrechten dat twee vrouwelijke getuigen slechts als één mannelijke getuige tellen. Kan de islam hervormen en klassiek fiqh herschrijven?

Een ander Shafi wetsboek, Reliance of the Traveler: Classic Manual of Islamic Sacred Law, (vertaald door Nuh Ha Mim Keller, Beltsville, Maryland: Amana, 1994), samengesteld in de Middeleeuwen, zegt dat aan de volgende criteria voldaan moet worden alvorens de straf van veertig tot 80 zweepslagen op te leggen: (a) hij drinkt; (b) hij heeft de puberleeftijd bereikt; (c) hij is gezond; (d) hij is een moslim; (e) hij doet het vrijwillig; (f) en hij weet dat het onwettig is (p. 617, o16.0). De handleiding merkt ook op dat als de overtreder sterft aan de veertig zweepslagen een schadeloosstelling gepast is vanwege zijn dood. Als de kalief de straf verhoogt naar 80 zweepslagen en de overtreder sterft, is de bestuurder verplicht om een schadeloosstelling te betalen (p. 617 o16.0). Volgens dit rapport verbrak in Iran een tiener zijn Ramadan vasten te snel, dus de rechter veroordeelde hem om te worden geslagen met 85 zweepslagen. Hij stierf van de straf. Dit toont dat het geselen fataal kan zijn.

Wat betreft gokken zegt dezelfde Shafi handleiding dat “ieder spel gespeeld door twee of meer mensen dat gebaseerd is op geluk, vermoeden, en gissen onwettig is, ongeacht of geld wordt bedongen of niet.” Echter, als de spelen helpen in djihaad, zoals een oefening met pijl en boog, dan zijn deze wettig (p. 453, k30.0). Hoe kan iemand de diepte van djihaad in klassieke islam ontkennen? Niettemin is de handleiding onhelder wat betreft de straf voor gokken. Het roept de hadiethpassages in herinnering die zeggen dat als een man louter met woorden suggereert dat hij en zijn vrienden gaat gokken, hij moet boeten voor zijn zonde door het geven van liefdadigheid. De handleiding vraagt op zijn beurt retorisch; “Als alleen dit te zeggen een zonde is die liefdadigheid eist als boetedoening, wat moet je je voorstellen wanneer je het werkelijk doet? Het is een vorm van consumeren van andermans rijkdom door leugen” (p. 697, p. 72.0). De categorie van het nemen van het bezit van mensen door leugen sluit snelwegberoving in, die gestraft kan worden door kruisiging of verminking, en diefstal, die bestraft wordt door verminking (p. 666, p20.0). De gokkers die in Indonesië rietslagen kregen mogen dankbaar zijn voor hun straf. Het kon veel slechter.

Imam Malik stelde een wetboek samen dat ook beschouwd wordt als een verzameling van betrouwbare hadieth: Al-Muwatta of Imam Malik ibn Anas: The First Formation of Islamic Law (herzien vertaald door Aisha Bewley, Inverness, Scotland: Madina Press, 1989, 2001). Hij herziet de hadieth (zie voorgaande sectie) en concludeert dat veertig tot tachtig zweepslagen opgelegd moeten worden. Malik citeert een hadieth die zegt dat wanneer een dronkaard verward praat, hij leugens vertelt. Dus Oemar, Mohammeds innige metgezel, legde tachtig zweepslagen op, op basis van de analogie dat een lasteraar tachtig zweepslagen kreeg. Tenslotte, een moslim krijgt de straf voor drinken “of hij dronken wordt of niet” (p. 355, 42.1). Dit maakt geen onderscheid tussen matig drinken en dronkenschap.

Malik schreef slaan voor voor dobbelspelen: “Yahya vertelde mij… van Abdoellah ibn Oemar dat toen hij één van zijn familieleden vond dobbelen, hij hem sloeg en de dobbelsteen vernietigde” (p. 402, 52.2.7). Deze straf wordt hier opgelegd binnen een gezin, maar blijkbaar kan het ook worden opgelegd op het gewone volk, zoals dit artikel in de inleiding aantoont.

Wat betreft de andere wetscholen, we gebruiken de samenvatting van Ibn Rushd, bekend in het Westen als Averroës ( … 1198). Verreweg is hij de grondigste samensteller en redacteur van wetsmeningen. Hij was een rechter, dokter en wetenschapper, maar hij was met name een rechter in Spanje, waar de islam vanaf de achtste tot de vijftiende eeuw regeerde. Hij werd in Cordoba begraven. Zijn tweedelige werk, The Distinguished Jurist’s Primer, (vertaald door Imran Ahsan Khan Nyazee, Center for Muslim Contribution to Civilization, Reading, UK: Garnet, 1994-1996), nam twintig jaar tijd in beslag om te schrijven. Met het samenbrengen van de eerste drie wetscholen en een assortiment van andere wetsmeningen, voorziet Ibn Rushd een fundering in islamitisch wet voor rechters en wetsgeleerden in de hele islamitische wereld, waar vandaag nog gebruik van wordt gemaakt.

Ibn Rushd volgt de hadieth nauwgezet in zijn samenvatting van juristen, dus we behoeven die hier niet te herhalen. Echter, hij vertelt twee interessante nieuwtjes. Allereerst, de juristen van Irak (de scholen van Aboe Hanifa en van Ibn Hanbal) zeggen dat in het geval van andere bedwelmers (gegiste dranken) naast wijn “alleen de daad van bedwelming verboden is” (vol. 2, pp. 534-35). Hoewel dit niet overeenstemt met een hadieth dat zegt dat zelfs een beetje alcohol verboden is, is deze permissie redelijk en betekent dat tenminste enkele juristen onderscheid maken tussen gematigd drinken en dronkenschap. Dit is precies hoe de bijbel, zowel het oude als het nieuwe testament, spreekt over de zaak van alcohol - een onderscheid maakt tussen gematigd drinken waardoor een persoon nog al zijn vermogens behoudt, en dronkenschap. Ten tweede, Ibn Rush zegt dat de meerderheid van juristen het regentschap van Oemar citeert tijdens welke “het drinken van chamr [wijn] in zijn tijd excessief werd” (vol. 2, p. 535), dus tachtig zweepslagen werden opgelegd. Dit verwerpt Sayyid Qutb’s belachelijke bewering dat islam een wonder van het drankverbod genoot op het moment dat het derde decreet in soera 5:90-91 werd gelezen in de moskee. Dit ontkent ook de onhoudbare geloofstelling dat islamitische maatschappijen puur en heilig zijn in deze zaak van bedwelming. Het is uiteindelijk. eenvoudigweg onmogelijk om menselijke ondeugden van buiten met dwang te stoppen

Deze sectie samenvattend, de klassieke juristen volgden voor dronkenschap de hadieth nauwgezet. Eén school maakt onderscheid tussen gematigd drinken en dronkenschap. Dit is een redelijk onderscheid omdat als iemand alleen een druppel gegiste drank drinkt, hij niet dronken zal worden, dus de zonde vindt niet plaats. Echter, deze redelijke regels stemt niet overeen met een excessieve en irrationele hadieth dat zegt dat zelfs een beetje wijn zonde is, of het dronkenschap veroorzaakt of niet, dus het ontlokt tenminste veertig slagen. Met gokken werd niet grondig en helder afgerekend, behalve dat een onbepaald bedrag aan liefdadigheid de zonden van een overtreder verzoent, zelfs als hij alleen verbaal suggereert dat hij en zijn vrienden moeten gokken. Malik zegt dat een lid van een familie geslagen werd in de vroege islam. Dit familielid had een lichte straf. Op de analogie dat gokken is als het nemen van bezit door leugen, wat in sommige gevallen dood of verminking kan brengen, kon hij ernstig worden gestraft. Hij moet dankbaar zijn voor slechts een pak slaag.

Voordat we naar de bijbelse kijk op alcohol en gokken gaan, moeten we de tussenbalans opmaken wat betreft de laatste drie secties. De koran gaat door verwarrende stadia voordat het de conclusie bereikt, dat de twee praktijken zondig zijn. Allereerst zegt het dat alcohol zondig en nuttig is (soera 2:219). Daarna staat het dronkenschap toe, maar niet tijdens gedwongen gebedstijden (soera 4:43). Tenslotte verbiedt het drinken en gokken (soera 5:90-91). Echter, het is één ding voor een religie om deze twee praktijken te verbieden - dat is het recht van een religie. Maar het is nogal iets anders als het zondaars met zweepslagen bestraft. Dan gaat het te ver. Islam lijkt altijd te grijpen naar fysieke bestraffingen om de maatschappij te transformeren, maar islamitische maatschappijen zijn niet puur en pristien. Waarom biedt het geen hulp aan de zondaar in zijn omstandigheden en in zijn hart?

Christendom

Jezus biedt royaal aan om allen te helpen die hem daarom vragen. Hij slaat geen zondaars of zwakken met een zweep. Zelfs het oude testament, dat harde wetten kan opleggen, gebiedt geen fysieke bestraffing voor dronkenschap.

Het oude testament

Het oude testament is helder over alcohol. Het staat mensen toe om te drinken, maar alleen met mate. Het veroordeelt dronkenschap. Gokken zal geanalyseerd worden in de sectie “Toepassing,” hieronder.

Allereerst laat de Thora zien dat dronkenschap leidt tot allerlei soorten problemen, dus moet men het niet doen. Genesis geeft twee verhalen van bijbelse aartsvaders die dronken werden – nee, deze passages zijn niet gecorrumpeerd, zoals zoveel moslims beweren vanwege hun misleid geloof dat een profeet zondeloos volmaakt moet zijn. Bijbelpassages die zonde en zelfs zwakheid in een bijbelheld onthullen, leren ons dat wanneer we zondigen, we ook vergeven kunnen worden en nog God kunnen dienen. Deze passages vertroosten ons. Zij het als het is, Noach werd dronken na de Zondvloed, en dit veroorzaakte familieproblemen (Genesis 9:18-29). De les is helder: wordt niet dronken, en de familie zal veel minder smart ondervinden.

Dronkenschap in nog een andere familie veroorzaakte problemen. Lots dochter voerden hun vader dronken en pleegden seksuele zonden met hem (Genesis 19:3038). Deze passage leert de maatschappij dat dronkenschap verkeerd is, en de verzen illustreren ook door middel van een verhaal dat de zonde van incest verkeerd is, zoals de Thora elders leert (Leviticus 18:1-30). Het derde voorbeeld uit de Thora betreft ook familieproblemen. Wanneer een zoon opstandig was, moeten de ouders hem voor de oudsten nemen en hen vertellen over de levensstijl van hun zoon, inclusief zijn dronkenschap: “Ze moeten tegenover de stadsoudsten verklaren: ‘Onze zoon is opstandig en onhandelbaar. Hij wil niet naar ons luisteren. Hij is een losbol en hij drinkt te veel.” (Deuteronomium 21:20). Benadrukt moet worden dat de zoon niet gestraft wordt voor het drinken, maar voor de opstandigheid waarin het drinken slechts gedeeltelijk een rol speelt. Als hij opstandig was zonder te drinken, zou hij nog worden bestraft. Het vierde voorbeeld wordt gevonden toen de Hebreeën afweken van Mozes en de Tien Geboden en zich neerbogen voor het gouden kalf. Na offers ervoor gebracht te hebben, “gingen ze zitten om te eten en te drinken, en stonden daarna op om uitbundig feest te vieren” (Exodus 32:6).

De Thora is daarom helder: dronkenschap is verkeerd.

Wellicht de meest sprekende passage die dronkenschap veroordeeld komt uit Spreuken. Wie heeft er leed? Wie heeft er smart? Wie heeft strijd en klachten? Wie heeft nodeloze blauwe plekken en met bloed-doorlopen ogen? Spreuken vraagt en antwoordt deze vragen in hoofdstuk 23:

30 Een dronkaard, die tot in de vroege morgen drinkt,
die blijft proeven van de wijn.
31 Laat je niet verleiden door de glans van wijn,
wanneer hij fonkelt in de beker.
Hij glijdt zo makkelijk over de tong,
32 maar later bijt hij als een slang,
spuit hij gif als een adder.
33 Dan zie je vreemde dingen
en begin je wartaal uit te slaan.
34 Je voelt je heen en weer geslingerd door de golven,
alsof je vastzit boven in het want.
35 ‘Ik ben geslagen, maar heb niets gevoeld,
ik ben afgerost, maar heb niets gemerkt.
Laat ik maar eens opstaan,
eerst een beker wijn.’ (vergelijk Spreuken 20:21 en 23:20-21)

De dronkaard is ver van huis. Hij talmt over wijn, dus is hij voorbij matigheid en is excessief, wat nooit juist is.

Als de lezer deze en andere passages over de zonde van dronkenschap wil zien, ga naar deze website en zoek de volgende passages: 1 Samuël 1:13-14; 25:36; 2 Samuël 11:13; 1 Koningen 16:9, 20:16; Psalmen 69:12; Prediker 10:17; Jesaja 19:14, 24:20, 28:1-3; Jeremia 13:13, 25:27; Ezechiël 23:33; Joel 1:5.

Echter, de Hebreeuwse bijbel zegt ook dat alcohol met mate zonder dronkenschap toegestaan is. Inderdaad, bij één ceremonieel offer in de Thora wordt wijn vereist – de drinkoffer van een kwart van een hin [een hin is vier quarts van vier liters] van wijn. “Offer bij het ene dier … ook een kwart hin wijn.” (Exodus 29:40; vergelijk Leviticus 23:13; Numeri 15:5-10, 28:7). Numeri 28:7 verheldert dat de drankoffer gegist is, dus het is niet alleen druivensap. Hier staat het oude testament wijn met mate toe. Prediker zegt: “Dus eet je brood met vreugde, drink met een vrolijk hart je wijn. God ziet alles wat je doet allang met welbehagen aan.” Wijn is niet intrinsiek zondig, maar misbruik ervan is dat wel.

Deze sectie samenvattend: de Hebreeuwse bijbel heeft een volwassen kijk op alcohol. Het mag met mate worden gebruikt en wordt zelfs geboden in een religieuze ceremonie, maar zodra iemand zich verliest in dronkenschap, dat is dat verkeerd. Dit is zeer realistische benadering tot de menselijke natuur. Veel mensen kunnen zich beheersen, dus moeten zij niet worden bestraft vanwege enkelen die dat niet kunnen. Deze laatsten moeten worden beknot. Zij moeten worden verteld dat dronkenschap verkeerd is, maar het oude testament, dat de doodstraf kan toedienen voor misdaden anders dan eerstegraads moord, zegt niet dat de dronkaard gegeseld moet worden, laat staan geëxecuteerd moet worden.

Maar wat soort van hulp biedt de bijbel de behoeftigen? We beantwoorden deze vraag in de “Toepassing” sectie hieronder.

Het nieuwe testament

Het nieuwe testament is helemaal in overeenstemming met de oudere heilige teksten. Het veroordeelt dronkenschap, maar staat drinken met mate toe.

Jezus zelf zegt dat dronkenschap verkeerd is. In de context van een parabel over waakzaamheid wanneer de meester weg is, beschrijft hij het tegenovergestelde van een waakzaam persoon die tot zichzelf zegt: “Mijn heer komt maar niet” Daarna begint deze persoon degenen onder zijn gezag te misbruiken “en zich volvreet en zich bedrinkt” (Lucas 12:45). De woorden “en zich volvreet en zich bedrinkt” zijn een andere manier om in deze context “feesten”en “zwelgen” te zeggen om verplichtingen te veronachtzamen. Dit is excessief, dus is het verkeerd. Vervolgens, in de context van Jezus’ leringen over de Laatste Dagen, waarschuwt hij zijn discipelen: “Pas op dat jullie hart niet afgestompt raakt door de roes en de dronkenschap en de zorgen van het dagelijkse leven” (Lucas 21:34). Het Griekse woord vertaald als “roes” betekent niet alleen dronkenschap maar ook bedrinken, dat overeen stemt met Lucas 12:45. Dit is ook excessief en daarom verkeerd.

Maar Jezus toont ons dat wijn per se niet verkeerd is als het gematigd wordt gebruikt. Bijvoorbeeld, hij verheft het brood en de wijn (genaamd de “vrucht van de wijnstok”) tijdens het Laatste Avondmaal, symboliserend zijn lichaam en bloed, die hij op het kruis offerde voor de zonden van de wereld (Matteüs 26:26-30; Lucas 22:14-23). Dus tijdens dit heilige moment werd wijn gematigd gedronken. Verder woonde Jezus een bruiloft in Kana in Galilea bij. Het feest had een tekort aan wijn, dus keerde hij zes grote stenen vaten water in wijn, blijkbaar van hoge kwaliteit, wat de ceremoniemeester opmerkte bij de bruidegom (Johannes 2:1-11). Het gaan naar dit feest stemt overeen met zijn gewoonte van omgaan en zelfs vrienden worden met “belastinginzamelaars en zondaars” en met degenen die gegiste dranken dronken; inderdaad hij werd vals beschuldigd van het zijn van “een losbol en dronkaard,” in tegenstelling tot Johannes de Doper, die als een Nazireeër (zie Numeri 6:2) geplaatst was onder bijzondere beperkingen om van alcohol en andere dingen weg te blijven (Lucas 7:31-35; Matteüs 11:16-19). Dus Jezus geselt geen drinkers (zoals Mohammed deed), in plaats daarvan probeert hij hen te bekeren door vrienden met hen te worden.

De vroege kerk na de Opstanding van Jezus volgde zijn voorbeeld, bijvoorbeeld de nieuwtestamentische auteurs stonden alcohol toe, maar veroordeelden dronkenschap. Paulus zegt dat dronkaards het koninkrijk van God niet zullen beërven, maar wanneer zij zich bekeren, zijn zij hartelijk welkom. Zij ontvangen de heilige Geest gestuurd vanuit Jezus zodat zij de kracht hebben om nuchter te blijven (1 Korintiërs 6:9-11). Vervolgens vertelt Paulus zijn discipel Timoteüs: “Drink niet alleen maar water, doe er vanwege je zwakke maag en je andere kwalen wat wijn bij.” (1 Timoteüs 5:23), maar hij zegt ook tegen de Romeinen dat zij in het licht moeten wandelen en niet dronken moeten worden en andere zonden begaan (Romeinen 13:13). Tenslotte zegt Paulus tegen christenen: “Bedrink u niet, want dat leidt tot uitspattingen, maar laat de Geest u vervullen” (Efeziërs 5:18). Het verband tussen wijn en de Geest is gelijkvormig met wat er gebeurde op de Dag van Pinksteren toen Jezus zijn Geest naar zijn discipelen stuurde. Zij waren zo diep vervuld met de Geest dat het leek alsof zij dronken waren van de wijn (Handelingen 2:1-15). In deze voorbeelden wordt dronkenschap afgekeurd, maar wijn met mate wordt toegestaan, en dit stemt niet alleen overeen met Jezus, maar ook met de Thora.

De verbinding tussen wijn en de Geest is een goede, omdat het christelijke geloof de ongelovige of de verwarde gelovige iets beters biedt dan natuurlijke chemicaliën: de heilige Geest. En dit is wat precies in de islam mist, die de heilige Geest teruggebracht heeft tot de aartsengel Gabriël, volgens traditionele moslimtheologie. Dus, moslims ontvangen niet de Geest om hen met hun problemen te helpen en hen van binnenuit te veranderen. In plaats daarvan biedt islam mensen een verwaterde oude-nieuwe wet en harde bestraffingen aan voor het uit de band schieten en voor het “genezen” van hun problemen.

Toepassing

Eén van de kernverschillen tussen het christelijke geloof en islam in ethische zaken is dat het christelijke geloof een geestelijke transformatie van binnenuit aanbiedt, waar islam een oude-nieuwe wet aanbiedt en mensen straft met zwepen en stenen. Na het bekendmaken van deze harde regels voor het algemene gepeupel, schrikt het mensen in ongehoorzaamheid af op het moment dat de straf overgedragen wordt om drinkers en gokkers te straffen.

Het verschil kan gezien worden in dit programma georganiseerd door de Willow Creek kerk. Hier worden slechts drie van de twaalf stappen genoemd die alcoholici helpen om van hun verslaving af te komen.

STAP EEN gaat over het erkennen van onze gebrokenheid. We erkennen dat we machteloos zijn over de gevolgen van onze scheiding van God - dat onze leven onbeheersbaar zijn geworden.

Immers, ik besef dat in mij, in mijn eigen natuur, het goede niet aanwezig is. Ik wíl het goede wel, maar het goede doen kan ik niet. (Romeinen 7:18)

STAP DRIE beslaat het besluit om God leiding in onze levens te nemen. [We] besloten om onze wil en onze levens over aan de zorg van God zoals we Hem begrepen.

Broeders en zusters, met een beroep op Gods barmhartigheid vraag ik u om uzelf als een levend, heilig en God welgevallig offer in zijn dienst te stellen, want dat is de ware eredienst voor u. (Romeinen 12:1)

STAP ACHT beslaat het onderzoeken van onze relaties en het voorbereiden van onszelf om het weer goed te maken. [We] maakten een lijst van alle personen die we hadden beschadigd en waren bereid om het weer goed met hen te maken.

Behandel anderen zoals je wilt dat ze jullie behandelen. (Lucas 6:31)

Uit deze drie uit twaalf stappen kunnen twee conclusies worden getrokken. Allereerst, het christelijke geloof schrijft geen fysieke bestraffing voor voor zonde, in tegenstelling tot de islam. Ten tweede tonen de bijbelverzen een innerlijke transformatie door gemeenschap, liefde en de Geest aan. Deze twee punten staan in sterk contrast tot de islam die de dronkaard geselt en niet de Geest aanbiedt.

Tenslotte, de bijbel leidt de kerk vandaag wat betreft het omgaan met gokken. De vroege kerk had leiding nodig ten aanzien van specifieke zaken die naar voren kwamen toen de kerk zich over het Grieks-Romeinse wereld en zelfs er voorbij verspreidde. Dit wordt gezien in de nieuwtestamentische helderheid over alcohol. Er was een probleem, dus de leiders beantwoorden het. Echter, de nieuwtestamentische auteurs hoefden niet af te rekenen met gokken, dus bespraken zij het niet in detail. (Dit is anders dan Mohammed, hij moest ermee afrekenen, maar hij doet het erg verwarrend en gedeeltelijk. Niettemin kunnen bijbelse principes uit de heilige tekst bijeen worden vergaard om een oordeel te vormen over gokken. De volgende principes moet een gelovige ten minste in acht nemen:

Allereerst, “God is de ultieme eigenaar van alle aardse bezittingen. De psalmist nam waar dat de Heer de beesten op duizenden bergen toe behoorden (Psalm 50:10). De apostel Jacobus schreef dat iedere goede en volmaakte gift van God komt (Jacobus 1:17).” Dit betekent dat God onze financiën beheert. Hij geeft ons de fysieke kracht en intelligentie om ons geld te verdienen. Dus het vergokken van zijn giften is verdacht. Ten tweede, Jezus zei dat we goede rentmeester of managers moeten zijn van de talenten die hij ons gegeven heeft (Lucas 12:42; 16:10-11). Is gokken de beste manier om verantwoordelijk om te gaan met Gods geld? Ten derde, veel noemenswaardige liefdadigheidsinstellingen hebben onze hulp nodig. In 2 Korintiërs 8-9 spreekt Paulus van een collecte voor de arme christenen in de kerk van Jeruzalem. Hij complimenteerde de kerk in Korinte voor het uitmunten in hun “in geloof, in kennis en welsprekendheid, in inzet op elk gebied, in de liefde die wij in u hebben gewekt – blink dus ook uit in dit goede werk.” (2 Korintiërs 8:7). Als de Korintiërs hun geld verspilden met gokken, hoe zouden zij genoeg hebben voor de behoeftigen?

Conclusie

Vele toegewijde christenen geloven dat drinken en gokken zonden zijn, ongeacht de context of de hoeveelheid. Zij zouden met de koran in soera 5:90-91 geen probleem hebben. Dit is hun voorrecht. Echter, geen christen kan aanspraak doen op bijbelse steun voor het slaan en geselen. In plaats daarvan willen de christenen de zwakken helpen.

Dit is het kernprobleem met het voorbeeld van Mohammed in de hadieth en vaak in de koran, het eeuwige woord van Allah, zelf. Hij en zijn godheid lijken zich altijd te wenden tot fysieke bestraffingen om de maatschappij te veranderen, zoals het afhakken van een hand van een mannelijke of vrouwelijke dief of het afsnijden van een hand en een voet van een struikrover of het geselen van iemand die zelfs een kleine hoeveelheid alcohol drinkt of het geselen van echtbrekers en het stenigen van overspelers. Het is moeilijk om passages te vinden die Mohammed tonen die de zondaar geneest en heelt zonder zijn handen af te hakken of zijn achterwerk te kneuzen.

Dit is niet het geval met Jezus. In zijn leven toonde hij zijn volgelingen hoe de zondaars van binnenuit te helpen. Hij stuurde de Geest in zijn leven om hem te helpen en te herstellen. Hij voorziet ook in veel bijbelse principes in zijn geïnspireerde Woord om zijn volgelingen te tonen hoe iemand te helpen, niet hem voor een gerecht te slepen om hem gegeseld te zien.

Maar betekent dit dat de maatschappij geen wetten moet hebben om dronken personen in het openbaar te besturen? Natuurlijk niet. Wetten moeten straffen, bijvoorbeeld, dronken bestuurders – maar niet met zweepslagen. Zij moeten hun schuld aan de maatschappij afbetalen, bijvoorbeeld, door langs de snelweg rommel op te ruimen en door tijd te spenderen in rehabilitatieprogramma’s terwijl tegelijkertijd hun rijbewijs ingetrokken wordt.

Wat ook het geval is, Jezus stuurt zijn volgelingen naar gevangenissen en elders om hen te helpen (Matteüs 25:31-46).

Jezus redt. Mohammed geselt.